Jan Scholten: p-10

p-10

De rechtbank Midden Nederland in Utrecht faalt.

Social media deel 10.

De rechtbank Midden Nederland in Utrecht faalt.

1

Klacht tegen gerechtsbestuur rechtbank Midden-Nederland.

Wij dienden een klacht in tegen het gerechtsbestuur van de rechtbank Midden Nederland, ten name van de president mevrouw mr. J. Mendlik, en de aldaar functionerende (RC's) mr. M.H.F. van Vugt, mr. A.K. Korteweg en mr. P.J. Neijt. Zowel de genoemde rechters-commissarissen (RC's) als het gerechtsbestuur hebben geweigerd de klacht van 14 oktober 2016, waarin zij (mede) zijn aangeklaagd, in (interne) behandeling te nemen conform het daarvoor geldende klachtenreglement.

De klacht is inclusief de verifieerbare motivatie/onderbouwing en bewijsmateriaal en omvat 813 pagina’s.

2

Samenvatting en conclusie van de klacht tegen de rechtbank.

Het gerechtsbestuur en de drie rechters-commissarissen hebben tot heden geweigerd, ook na hen in gebreke en verzuim te hebben gesteld, te reageren op de klacht tegen de drie rechters-commissarissen en het gerechtsbestuur van 14 oktober 2016. Dat is in strijd met alle vigerende klachtenregelingen aangaande de rechters-commissarissen en het gerechtsbestuur zelf. Wij verzoeken de Minister van Veiligheid en Justitie, als naast hogere instantie van het gerechtsbestuur, kennis te willen nemen van deze situatie en bijbehorende klacht en binnen twee weken na heden adequaat te willen optreden en corrigeren.

Wij vragen u uw besluit te nemen in de vorm van een voor beroep vatbare beslissing?

3

Klacht tegen gerechtsbestuur rechtbank Midden-Nederland.

A

Wij stelden eerder vast dat de vier betrokken advocaten die zijn aangeklaagd continu en straffeloos hebben geweigerd de (interne) klachtenbehandeling van de klacht van 14 oktober 2016 op zich te nemen. Daarmee ontkennen, verzwijgen en negeren zij de inhoud van de klacht. Geen verifieerbaar verweer of weerlegging noch betwisting van de inhoud van de klacht betekent voor ons dat er geen verweer is en de klacht als gegrond dient te worden beschouwd.

B

Wij stellen heden vast dat de Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA) kennelijk coördinerend en regisserend achter de vier advocaten staat omdat zij elk dezelfde werkwijze hebben gevolgd. Maar ook de Nederlandse Orde van Advocaten zelf heeft geen verifieerbaar verweer of weerlegging noch betwisting van de inhoud van de klacht overlegd.

C

Wij stellen ook vast dat het gerechtsbestuur en de drie rechters-commissarissen exact dezelfde werkwijze volgen als de vier voornoemde advocaten zodat kennelijk sprake is van ‘heimelijke samenspanning’ in dezen.

D

Kennelijk trekken de Nederlandse Orde van Advocaten en het Ministerie van Justitie en Veiligheid (MvVJ) samen op tegen de klacht zonder verifieerbaar verweer of weerlegging noch betwisting van de inhoud van de klacht.

E

De zogenaamde ‘aflegmaatregel’ inzake klachten over curatoren, afkomstig van het Ministerie van Veiligheid en Justitie, kan hier niet van toepassing zijn. Volgens de klachtenregeling moet de rechters-commissaris formeel de klacht als eerste (intern) in behandeling nemen. Dat is tot nu toe ongemotiveerd geweigerd.

F

Wat voor de rechters-commissarissen geldt voornoemd onder punt - E - geldt ook voor het gerechtsbestuur.

G

Het ‘systeem’ werkt niet als het mogelijk is dat de betrokken rechters-commissarissen en het gerechtsbestuur zelfstandig kunnen en mogen besluiten niet op klachten tegen zichzelf in te gaan en die klacht daarmee te ontkennen, verzwijgen en negeren.

H

Dit laatste steekt des te meer daar de Minister van het Ministerie van Veiligheid en Justitie en de Minister-president niet verifieerbaar voor ons hebben ingegrepen in deze wanprestatie van functionarissen op een rechtbank.

4

‘Open brief’ aan de Minister van Veiligheid en Justitie.

In de bijlage staat een kopie van de uitgebreide brief aan het Ministerie van Justitie en Veiligheid.

Een kopie ervan is gestuurd naar de Minister-president en het gerechtsbestuur in Utrecht.

Bijlagen deel 10:

Pageviews