Jan Scholten: p-77

p-77

Macht en gelegenheid.

Social media deel 77.

Macht en gelegenheid.

Onze brief aan het College van Procureurs-Generaal 1 mei 2019.

(Zij bestuurt het Openbaar Ministerie).

Ministerie van Justitie en Veiligheid

College van Procureurs-Generaal

t.a.v. Mr. G.W. van der Burg

Postbus 20301

2500 EH Den Haag

Datum: 1 mei 2019.

Behandeld door: J.G. Scholten.

Kenmerk: macht en de gelegenheid.

Geachte heer Van der Burg,

Hierdoor vragen wij uw aandacht voor het volgende. In het verleden is Minister mr. F.B.J. Grapperhaus, en zijn voorgangers, door ons uitgebreid geïnformeerd over het dossier van de heer J.A. Nederend en zijn J.A. Nederend Holding B.V., eindigend met de klacht aan betrokken partijen cum suis van 14 oktober 2016. Deze correspondentie is geacht hier integraal te zijn opgenomen en herhaald. Onderstaand treft u de laatste ontwikkelingen aan in het dossier.

In het systeem van bewuste en consequente ‘heimelijke samenspanning achter gesloten deuren’.

1

De aanleiding.

A

Het ’imago van onkreukbaarheid’ van het Ministerie van Justitie en Veiligheid/Openbaar Ministerie is aangetast door de affaire Marianne Bloos en Marc van Nimwegen (thans voormalige hoofdofficieren van justitie in verband met hun liefdesrelatie).

Hierdoor zijn de ‘checks en balances’ weg.

B
Naar aanleiding van gebrek aan ‘ethisch leiderschap’ en maatschappelijk aanvaarde zorgplicht, ethiek, moraal, fatsoen en integriteit stellen wij het volgende vast.
2

De publieke ontwikkelingen in enkele recente (strafrecht)dossiers.

A
De vrijlating van G. Tanis (en de latere moordpartij door hem in een Utrechtse tram).
B
Het onderzoek door de Onderzoeksraad voor Veiligheid naar Michael P. (de moordenaar van Anne Faber), en
C
het rapport van prof. mr. J.W. Fokkens over ‘gebrek aan ethisch leiderschap’ op het Ministerie van Justitie en Veiligheid/Openbaar Ministerie.

Dit alles leidt weer tot juridisering en niet tot hervorming en sanering van het Ministerie van Justitie en Veiligheid/Openbaar Ministerie, de rechtspraak, de Nederlandse Orde van Advocaten, de advocatuur en veel juristen die werkzaam zijn bij het gegoede bedrijfsleven.

Deze reactie staat gelijk aan het bewust, georganiseerd, en consequent ontkennen, verzwijgen en negeren van de feiten, omstandigheden en de betrokkenheid van ‘foute’ wetenschappelijke beëdigde functionarissen.

Wat de rapporteurs niet schrijven en/of zeggen is belangrijker dan wat zij zeggen, de kunst van het weglaten.

Wat er niet staat, bestaat niet, en heeft niet bestaan?

Uiteraard trekt Minister mr. F.B.J. Grapperhaus niet de conclusie dat dit corrupte, misdadige en criminele wangedrag wordt veroorzaakt door gebrek aan actief, adequaat, periodiek en grondig onderzoek van alle dossiers van elk van hen daar werkzaam door een onafhankelijk, onpartijdig, adequaat en gezaghebbende toezichthouder.

3

Waarom eigenlijk niet?

A
Omdat adequaat toezicht volgens de wettelijke vereisten, de Advocatenwet, de NOvA-(gedrags)regels en de maatschappelijk aanvaarde zorgplicht, ethiek, moraal, fatsoen en integriteit, geld kost.
B
De politiek, politici, bestuurders, het gegoede bedrijfsleven en de vele juristen daar werkzaam niet belemmerd mogen worden in hun ‘klassenjustitie’ op basis van hun intieme heimelijke samenspanning, informele macht, inmenging van hogerhand, geheime dienstverlening en ‘eigen vriendenkring eerst’.
C
De gewone rechtzoekende burger heeft in het burgerlijk recht geen schijn van kans tegenover het monopoly, de hiërarchie en de gezagsverhouding van die gesloten bestaande en gevestigde (rechts)orde.
D
En die afhankelijkheid leidt in het burgerlijk recht tot een gedwongen situatie en gedwongen relatie waarbinnen de commerciële advocaat de gelegenheid heeft die rechtzoekende burger zonder tegenspraak te manipuleren in de te organiseren ‘tegenspraak’.

Coördinerend minister drs. S. Dekker laat alle wettelijke vereisten en de juridische praktijk van alledag ‘zo dicht mogelijk langs elkaar heen praten en werken’ om de gesloten bestaande en gevestigde (rechts)orde niet te verstoren.

Het is uiteraard niet politiek correct van beide Ministers om terug te vallen op een systeem met een Verklaring Omtrent Gedrag voor die medewerkers, zoals dat eerder wel werd ingesteld door hen tegenover alle burgers. Want zo’n systeem met Verklaring Omtrent Gedrag komt niet ten goede aan de heimelijke voordelen van die gesloten bestaande en gevestigde (rechts)orde.

4

‘Wat er echt allemaal is gebeurd’ staat boven de wet.

Als de complete tegenspraak niet prioriteit één heeft bij die wetenschappelijke beëdigde functionarissen, dan heeft recht-spraak op basis van ‘wat er echt allemaal is gebeurd’ bewust en georganiseerd zijn nut en waarde verloren voor de maatschappij en haar burgers. Dan heeft de ‘papieren werkelijkheid’ van de bureaucratie en de commerciële advocatuur die plaats ingenomen. En dat op basis van de anticiperende commerciële advocaten die heimelijk samenspanden om de complete tegenspraak te voorkomen en/of te manipuleren.

Die advocaten zijn ‘te koop’ voor de collegae ingewijden.

Verdere juridisering is zinloos als bewust en consequent het toezicht op - en de handhaving van - de Advocatenwet, de NOvA-(gedrags)regels en de maatschappelijk aanvaarde zorgplicht, ethiek, moraal, fatsoen en integriteit voor advocaten, door een adequaat toezichthouder bewust, georganiseerd en geheel ontbreken. Alle belangen van ‘commerciële tussenpersonen en hun belanghebbenden’ ten spijt.

5

Het is maar vanuit welk perspectief je het bekijkt.

Zeker als eigenbelang een belangrijke (commerciële) rol speelt en adequaat toezicht en handhaving, de maatschappelijk aanvaarde zorgplicht, ethiek, moraal, fatsoen en integriteit van de functionarissen geheel ontbreken. Als je ‘wettelijke en gezworen tegenpartij heimelijk je vriend is’, dan blijkt zulks pas later uit de praktijk van alledag. Dan was sprake van heimelijke uitruil van belangen en zal blijken wie de voordelen behaalt en wie de rekeningen betaalt. Woorden in gerechtelijke uitspraken doen er dan niet toe, de bestaande en gevestigde (rechts)orde regeert zelfstandig zonder de maatschappelijke- en burgerbelangen te respecteren.

Minister mr. F.B.J. Grapperhaus verhoogt wel de maximumstraf - niet de minimumstraf - voor enkele misdrijven tegen leden uit zijn ‘eigen vriendenkring eerst’, maar weigert bewust en consequent adequaat toezicht op hen allen in te stellen en de handhaving bewust en consequent uit te voeren, zoals wel bij de burgers gebeurt. Hij weigert bewust en consequent de hand in eigen boezem te steken, dat wil zeggen in de eigen invloedsfeer of ‘eigen vlees’.

Ook begrijpelijk want hij wordt vroeg of laat weer advocaat met dit probleem van de burgers als zijn unieke verdienmodel.

Hij biedt onwettig, onrechtmatig en straffeloos ‘de gelegenheid’, dat wil zeggen in afzondering, aan de gesloten bestaande en gevestigde (rechts)orde om corrupt, misdadig en crimineel gedrag te laten voortbestaan uit eigenbelang: te weten de totale ‘controle’ over deze sector. En als je iets lang genoeg ontkent, verzwijgt en negeert, zoals bij klachten en aangiften tegen advocaten die corrupt, misdadig en crimineel gedrag vertoonden, dan gelooft iedereen dat, zeker als de afzender van ‘hogerhand’ is.

Een schitterend voorbeeld hiervan is de ‘ambtsinstructie aflegmaatregel’ van het Ministerie van Justitie en Veiligheid/Openbaar Ministerie op basis waarvan klachten en aangiften tegen curatoren (schadeclaims tegen het Openbaar Ministerie) straffeloos weg worden geredeneerd en wegschrijven naar de heimelijke nationale criminele doofpot. Het blijkt een falsificatie te zijn volgens Procureur Generaal prof. mr. J.W. Fokkens in zijn brief van 10 september 2013, kenmerk NO13-12.2/NV/lg, maar al heel lang is de praktijk precies zoals hierin is voorgeschreven.

Alle verantwoordelijken dienen hun maatschappelijke verantwoordelijkheid te nemen en zichzelf en alle medewerkers zo kritisch te behandelen als zij burgers behandelen. Weg met hun intieme heimelijke samenspanning, informele macht, inmenging van hogerhand, geheime dienstverlening en ‘eigen vriendenkring eerst’. En adequaat toezicht en handhaving daarvoor in de plaats.

Professionals in de Regering, het Parlement, het Ministerie van Justitie en Veiligheid/Openbaar Ministerie, de rechtspraak, de Nederlandse Orde van Advocaten, de advocatuur en veel juristen maken geen fouten, alleen ‘onbedoelde’ fouten.

De macht en de gelegenheid in een hand zijn de basis voor machtsmisbruik en corrupt, misdadig en crimineel gedrag. In dat opzicht verschilt het Ministerie van Justitie en Veiligheid/Openbaar Ministerie cum suis niet van het misbruik in de Rooms-Katholieke Kerk.

Zonder adequaat toezicht en een adequaat VOG-systeem is elke functionaris als genoemd ‘levensgevaarlijk’ voor de rechtzoekende burgers.

Bijlage deel 77:

Pageviews