Jan Scholten: p-36

p-36

Wat er gebeurd is doet er niet toe bij Justitie en de Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA).

Social media deel 36.

Wat er gebeurd is doet er niet toe bij Justitie en de Nederlandse Orde van Advocaten.

Wat er in werkelijkheid is gebeurd doet er helemaal niet toe bij Justitie en in de rechtspraak.

De uitkomsten van de procedure bij de rechtbank Utrecht en de klachtenbehandeling bewijzen dat. De feiten en omstandigheden zijn absoluut niet interessant en niet van belang voor de advocaten, de rechtbank en de rechter.

De advocaten staan pontificaal tussen de rechtzoekende en de rechter in en vormen samen een ‘donkere kamer’ en hebben een dubbele agenda. Zij maken van de forensische historische realiteit een eigen ‘juridisch juist evangelie’. De wet- en regelgeving voorkomen wel dat een (onderzoek)rechter ‘inhoudelijke tegenspraak’ creëert.

Alleen interessant en van belang voor de advocaten is hun heimelijke samenspanning om tot passende onderlinge afspraken te komen die voldoende zekerheid bieden dat de procesmanager met zijn checklist uitkomt op de gewenste uitspraak. Wie de tekst van het juridisch juiste evangelie schrijft is belangrijker dan het ‘wat en waarom’ daarin over het geschil.

En de curatoren weten al of en wanneer de ‘geheime aflegmaatregel’ door de procesmanager in het (tucht)recht wordt gebruikt om de klacht weg te schrijven en/of weg te redeneren door de ‘inhoudelijke tegenspraak’ te manipuleren en te negeren. Ook de toezichthouder Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA), gelijktijdig de belangenbehartiger van de advocatuur, weet hier dankbaar gebruik van te maken. Het voorkomen van schadeclaims bij het Openbaar Ministerie en het afleggen van klachten tegen de curatoren die voor roofridder speelden is in wederzijds belang en houdt de gemoederen overal rustig, inclusief hun statistieken.

En de passieve en inadequate toezichthouder Nederlandse Orde van Advocaten is een betrouwbare en berekenbare deelgenoot en gedoogt bewust deze misdadige en criminele gang van zaken. Haar (gedrags)regels geven precies aan waar ‘de schoen wringt’ maar door uitsluitend op klachten te reageren en die, samen met het Openbaar Ministerie, heimelijk onschadelijk te maken, zijn de gescheiden machten heimelijk toch niet functioneel gescheiden.

De advocaat kan ongehinderd, en zonder risico op controle, zijn partijdigheid schenden.

De bovenstaande gang van zaken ontkennen, verzwijgen en negeren door het Ministerie van Justitie en Veiligheid, het Openbaar Ministerie en de Nederlandse Orde van Advocaten zal moeilijk zijn. Immers, de feiten en omstandigheden terzake de rechtbankprocedure en de klachtenbehandeling zijn uiterst gedetailleerd en gedateerd beschreven in de correspondentie van de bedrijfsadviseurs.

De bedrijfsadviseurs en klagers hebben in dezen alle valkuilen van de advocatuur en de rechtspraak omzeild en genegeerd door zich niets aan te trekken van alle procedurele voorschriften die de advocatuur en de rechtspraak creëren en creëerden om hen, buitenstaanders, buiten de geschillenoplossing te hebben en te houden.

Dat advocaten en gerechtelijke uitspraken gewoon ‘te koop’ zijn past in het geheel niet bij het imago en de reputatie van commerciële advocaten en hun tuchtrechtspraak. In de publicaties van de bedrijfsadviseurs staan uitsluitend gedateerde feiten en omstandigheden zoals die zich hebben voorgedaan en er is tot op de dag van vandaag geen enkele wetenschappelijke beëdigde functionaris geweest, noch schriftelijk tegenbewijs, dat daarop inhoudelijk is ingegaan of inhoudelijke tegenspraak heeft aangedurfd.

En de vele niet-ontvankelijk en ongegrondverklaringen zijn daar duidelijk in.

De kern van de Nederlandse rechtspraak, namelijk procederen op ‘tegenspraak’, is door een ‘officieel beschermde informele macht’ binnen het Ministerie, de rechtspraak, advocatuur en toezichthouder heimelijk ‘om zeep geholpen’ en de klacht is tenslotte heimelijk op een ‘dood spoor’ gezet.

Maar .... een vergelijking tussen alle stukken afkomstig van de bedrijfsadviseurs/klager met die van de vier advocaten/curatoren, de rechtbank Utrecht, het Ministerie, de Nederlandse Orde van Advocaten, de Nationale Ombudsman, de vier Dekens, de vier voorzitters en vier (onderzoek)rechters van de toezichthouder annex de Raden van Discipline zal ons leren dat de wetenschappelijke beëdigde functionarissen heimelijk samenspanden om de klacht in een heimelijke nationale criminele doofpot te stoppen, hetgeen hen is gelukt.

Deze samenzweerders hebben het schenden van hun zorgplicht en hun plichtsverzuim keurig netjes op hun eigen briefpapier gezet zodat een onafhankelijk, objectief en deskundig extern oordeel kan worden gevraagd zonder dat daarbij sprake is van ongewenste ‘overheidsbeïnvloeding’. Dat zou onder andere het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) kunnen zijn.

De rol van de opdrachtgever van de desbetreffende advocaten en curatoren is daarmee glashelder komen vast te staan.

De wetgever en de overheid hebben de controle en het toezicht op justitie, rechtspraak, advocatuur en toezichthouder verloren. Die is volledig in handen van de commerciële advocatuur die ‘te koop staat’ voor het gegoede en financieel sterke(re) bedrijfsleven.

Klager gebruikte daarom geen advocaat.

Bijlagen deel 36:

Verzonden ‘Open brief 35’ aan voormalig minister-president Mark Rutte van 18 april 2018.
Kenmerk: Machtsmisbruik Raad van Discipline Arnhem inzake mr. drs. R.L.G. Kraaijvanger.
Verzonden ‘Open brief 36’ aan voormalig minister-president Mark Rutte van 18 april 2018.
Kenmerk: Machtsmisbruik Raad van Discipline Arnhem inzake mr. T.F. Quaars.
Pageviews