Jan Scholten: p-121

p-121

De procesmanager deel 2.

Social media deel 121.

De procesmanager deel 2.

Citaten uit onze brief aan voormalig Minister-president M. Rutte van 29 juni 2020.

2. Wat er niet staat bestaat niet en heeft niet bestaan.

Een vergelijking en analyse van beide visies door de bedrijfsadviseur van Waagmeesters bedrijfsadvies.

De Waagmeesters bedrijfsadvies B.V. is een aan het maatschappelijk verkeer deelnemende organisatie. Zij adviseert tal van personen en ondernemingen die in financiële problemen zijn gekomen ongeacht de oorzaak. Zij acht het haar maatschappelijke plicht om tegen - in haar ogen - onoorbare situaties verweer te voeren en deze onoorbare situaties te bestrijden en helpen voorkomen. Indien nodig publiceert zij over waargenomen onoorbare situaties met het doel herhaling ervan te bestrijden en te voorkomen.

Ten tweede: wat tuchtrechter mr. M.F.J.N. van Osch meent te mogen beweren.

®

Waar de auteurs H. Rang en mr. M.F.J.N. van Osch over ‘griffiers beslissing/voorzittersbeslissing’ schrijven heeft de Waagmeesters bedrijfsadvies het in haar publicaties over ‘procesmanager’. Waagmeesters bedrijfsadvies noemt in haar publicaties de auteurs van officiële rapporten et cetera, gerechtelijke uitspraken en de schriftelijke stukken van advocaten et cetera ‘tekstsjoemelaars’.

A

Onvoldoende kennis en/of begrip van het tuchtrecht en het werk van de tuchtrechters.

Tuchtrechter mr. M.F.J.N. van Osch is zelfverzekerd vanuit zijn positie als monopolist, machthebber, bezitter/maker van ‘eigen regels’ die desnoods beschikt over een geheime sekte c.q. raadskamer voor het inschakelen van heimelijke interne ‘wetteloosheid/’de 7’. In het algemeen hebben deze wetenschappelijk opgeleide, beëdigde en geüniformeerde functionarissen een beschermde en verdedigde positie en zijn zij niet gewend aan kritiek van critici de als ooggetuigen in de zaak optreden.

Zij zijn wel gewend om met ‘tussenpersonen’/advocaten te discussiëren en redeneren. Nog minder zijn zij gewend aan de complete inhoudelijke publieke tegenspraak zoals de wet die voorschrijft. En het wordt echt lastig voor hen als de ooggetuigen niet vergezeld zijn in de rechtszaal van een ‘tussenpersoon’/advocaat met wie de rechter het wel even zal doornemen en regelen, afsluitend met de geruststellende woorden ‘de rechtbank weet genoeg’.

Het gedrag in de rechtszaal vertoont gelijkenis met het vragenuurtje van premier Rutte. Eerst moet de vragensteller grondig worden getoetst voor zijn toelating tot het stellen van een vraag, daarna wordt zijn vraag op aanvaardbaarheid voor de premier beoordeeld en vervolgens bepaalt de spindoctor van de premier welke antwoorden er wenselijk zijn.

Een rechter die op zoek is naar ‘waarheidsvinding’ via de complete inhoudelijke publieke tegenspraak staat boven de partijen en is niet/nooit selectief bevooroordeeld noch bang voor de kennis en ervaring van de ooggetuigen die zonder uniform of juridische welbespraaktheid voor het staan.

En de ‘tussenpersonen’/advocaten op de zitting dan? Die willen ook niet dat hun cliënt de complete tegenspraak start door te vertellen over hun persoonlijke waarnemingen. Dat kan de beeldvorming bij u als (tucht)rechter en de heimelijke samenspanning tussen de advocaten in gevaar brengen. Maar: wie zwijgt stemt toe.

En tot slot gaan wij ervan uit dat u geen/nooit fouten maakt als wetenschappelijk opgeleide, beëdigde en geüniformeerde functionaris. Maar in de eerste alinea van de publicatie van H. Rang lezen wij dat het een ‘voormalig plaatsvervangend raadsgriffier is die een boekje opendoet’. Uw verwijten aan het adres van de auteur H. Rang over onvoldoende kennis en/of begrip van het tuchtrecht en het werk van de tuchtrechters lijkt ons niet alleen verkeerd geadresseerd maar is ook misleidend en stemmingmakerij tegenover de gewone rechtzoekende burgers.

B

De voorzittersbeslissing framen als een ‘griffiers beslissing’, is dus niet alleen onjuist maar wekt de indruk van stemmingmakerij op.
Waarop H. Rang zijn wetenschap baseert is echter onduidelijk nu verwijzing naar een concrete bron ontbreekt.

De voorselectie ‘gegrond/ongegrond’ vindt plaats door de griffier. Kennelijk op basis van ‘alles’ wat de Deken doorstuurt, dus inclusief het oordeel van de Deken ‘kennelijk ongegrond/gegrond’. U motiveert dat met efficiency maar u laat een essentieel argument buiten beschouwing hierbij.

De Deken is werkzaam in opdracht van de wettelijk toezichthouder Nederlandse Orde van Advocaten, per definitie de club waar de aangeklaagde advocaat verplicht lid van is. En laat die toezichthouder nu benoemd zijn over de advocatenorde zelf, dus toezichthouder op zichzelf. Dat in onaannemelijk, onlogisch en onacceptabel in het kader van de trias-politica-partijen, waartoe onze gerespecteerde Tweede Kamer/ons parlement toevallig behoort. Dit beleid is een staatsgarantie op belangenverstrengeling tussen die Deken en dat lid, de advocaat. En u begrijpt het waarschijnlijk al. De Deken heeft meer dan de schijn tegen gelet op de punten onder punt 3 ‘Ten eerste’. Toeval?

De Deken vertegenwoordigt hier gelijktijdig de belangen van de organisatie c.q. opdrachtgever de Nederlandse Orde van Advocaten en zal dus de aangeklaagde advocaat niet graag willen afvallen. Helemaal niet als er heimelijke eigenbelangen meespelen zoals die van hogerhand/de overheid = de politiek en de Nederlandse Orde van Advocaten zelf.

Let u maar eens op advocaten die ‘heimelijk vooroverleg’ plegen met de Deken over een ‘het algemeen belang’ van hogerhand/de overheid = de politiek en dat de Nederlandse Orde van Advocaten zelf ook aangaat. Dat meldt de advocaat bij de Deken om zijn heimelijke functie en rol van spion en geheim agent van hogerhand te spelen. U gelooft dat de inhoud van de klacht dan bepalend is voor ‘ongegrond/gegrond’? Daar heb je het geheim van de raadkamers voor om hierin te voorzien. Wat er niet staat bestaat niet en heeft niet bestaan.

Efficiency zei u? Ja, maar dan met een ander doel dan u verwoordt. De onderzoeksrechter is thans heimelijk vervangen door een ‘procesmanager’ (®) om te voorkomen en blokkeren dat er daadwerkelijk grondig onderzoek plaatsvindt naar ‘wat er echt allemaal is gebeurd’ door de onpartijdige en onafhankelijke onderzoeksrechter. Dit gelijktijdig met het invoeren van hoge tarieven voor procederende partijen. Of vergissen wij ons hierin?

En de advocatuur maakt hier straffeloos dankbaar gebruik van.

Het blijkt dat het ‘onderzoek naar waarheidsvinding’ niet door de Raad van Discipline plaatsvindt maar door de Deken. Dat is wettelijk zo geregeld, door diezelfde Tweede Kamer/ons parlement dus.Dan begrijpt u uit het bovenstaande dat de logica gebiedt te zeggen dat u een ‘voorselectie ongegrond’ maakt die zo genoemd is omdat uw kennelijke vriend de Deken dat vrijblijvend aan u heeft geadviseerd en volgens zijn heimelijke instructies en belangen zo heeft geredigeerd en geregisseerd. Eventueel in heimelijke samenspanning met de aangeklaagde advocaat.

U als tuchtrechter onderzoekt niets! U schuift alle verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid af naar de onaanraakbare en onaantastbare Deken. En de heimelijke bijbedoelingen die daarbij een rol speelden staan niet verwoord in het advies van de Deken aan uw Raad noch in uw motivatie van de ongegrondverklaring door de Raad. En de Deken/Nederlandse Orde van Advocaten maakt hier straffeloos dankbaar gebruik van.

NB: U doet precies hetzelfde met een klacht tegen een curator. U schuift de verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid van de curator af naar de rechter-commissaris voor wat betreft de werkzaamheden als curator - versus zijn werkzaamheden als advocaat - , hoewel die scheiding onmogelijk te maken valt. De Raad houdt schone handen en de schone schijn op maar schuift de verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid graag af naar een andere ‘donkere (raad)kamer’ waardoor klager heimelijk volgens uw bureaucratie keurig netjes in een moeras terechtkomt. Of het donkere boze bos zo u wilt om te verdwalen.

De bronnen waarop de auteur H. Rang zich baseert zijn u niet bekend. U verschoont zichzelf keurig netjes. Wij gaan ervan uit dat u geen/nooit fouten maakt als wetenschappelijk opgeleide, beëdigde en geüniformeerde functionaris. Maar in de eerste alinea van de publicatie lezen wij dat het een ‘voormalig plaatsvervangend raadsgriffier is die een boekje opendoet’. Uw verwijten aan het adres van de auteur H. Rang over het ‘ontbreken van concrete bronnen’ lijkt niet alleen verkeerd geadresseerd en stemmingmakerij maar is ook puur misleidend tegenover de gewone rechtzoekende burgers.

C

De ontevredenheid van cliënten als klagers in de tuchtprocedure vloeit voort uit onjuiste verwachtingen over de tuchtprocedure en bedreigt de effectiviteit van tuchtrechtspraak.

De statistieken uit uw jaarverslagen illustreren dat er kennelijk veel zaken worden voorgelegd die niet klachtwaardig (blijken te) zijn. Mogen wij als vertegenwoordiger van de ooggetuigen in klachtenzaken verklaren dat de Deken en uw Raad - bij uitsluiting van anderen - door gebrek aan adequaat toezicht, adequate handhaving en adequate complete tegenspraak elke klacht (kunnen) manipuleren zodat de uitkomst past in uw heimelijke belangensfeer. Wat heeft dat met ‘verwachtingen’ van klager te maken?

Opnieuw stellen wij vast dat u en de Raad misleiding en stemmingmakerij creëren en staan voor volksverlakkerij. Het is niet uitgesloten dat uw gegrondverklaringen ‘statistisch’ zijn te verklaren uit de aard van de klager, te weten de collegae-advocaten - op advies van de Nederlandse Orde van Advocaten zelf - en/of de Deken zelf.

D

Onjuist is voorts dat, in de uitspraak van de voorzitter niet wordt ingegaan op de klacht.
Dat blijkt al uit een korte blik op de op Tuchtrecht.overheid.nl gepubliceerde uitspraken.

NB: anders dan de gewone Rechtspraak publiceren de tuchtrechters alle uitspraken, zodat publieke controle van hun uitspraken is gewaarborgd. Ook in de voorzittersbeslissingen wordt uitgebreid op de klachten ingegaan.

U stelt vast dat publieke controle van groot belang is. Maar u vergeet enkele feiten en omstandigheden te preciseren over uw selectieve en promotionele publicatiezucht uit welbegrepen eigenbelang.

Wat u altijd publiceert zijn uitsluitend uw uitspraken. Die (kunnen) zijn gemanipuleerd omdat daarin alleen staat wat u relevant vindt voor uw conclusie. Wat u niet goed uitkomt laat u heimelijk weg uit de uitspraak. En in de uitspraak staan uw taalspelletjes en uw rechtsweigering, dat wil zeggen niet ingaan op de inbreng van klager en geen complete inhoudelijke tegenspraak afdwingen tussen partijen als die moedwillig is genegeerd. Juist ook door de Deken in zijn onderzoek.

Alleen de klagende en aangeklaagde partij waren ooggetuigen. De beide advocaten van partijen willen altijd en overal iedereen doen geloven in hun stukken dat zij er als ‘tussenpersoon’ persoonlijk getuige van waren en dat zij - bij uitsluiting van anderen - de waarheid in pacht hebben en precies kunnen weten, aangeven en mogen vertellen hoe alles formeel is gegaan. Daarom zwijgen de partijen zelf in de stukken en in uw rechtszaal.

De aan de uitkomst ten grondslag liggende gedetailleerde stukken, zeg het dossier van beide advocaten, van de Deken en van de Raad, inclusief de klacht en het verweer van aangeklaagde, publiceert uw respectabele Raad niet. De advocaten, de Deken en de Raad hebben er alle belang bij dat (individueel) ‘wat er echt allemaal is gebeurd’ buiten beeld blijft van het publiek. U publiceert uw selectief gemotiveerde subjectieve oordeel en niet de heimelijk weggelaten feiten en omstandigheden die u, de Deken en aangeklaagde advocaat onwelgevallig zijn.

Uw publicaties (kunnen) zijn gemanipuleerd uit eigenbelang en daar bent u trots op. U onderzoekt niets en gaat uitsluitend af op wat de Deken formeel wel/niet heeft onderzocht. Wij stelden vast dat de Deken zonder adequaat toezicht, handhaving en complete tegenspraak corrupt, misdadig en crimineel is. En de Raad doet heimelijk actief aan misleiding, stemmingmakerij en volksverlakkerij door het ‘kennelijk advies’ van de Deken klakkeloos over te nemen.

E

Een misverstand is overigens dat de Raad of de voorzitter nog onderzoek dient te doen naar de klacht.

Juist een kenmerk, en een groot voordeel, van de tuchtprocedure in de advocatuur is dat vooronderzoek plaatsvindt naar aanleiding van een klacht voor de procedure bij de Raad. De deken is daarmee belast en deze onderzoekt de klacht.

Precies! De Deken onderzoekt de zaak, is bewust en bedoeld partijdig aan de kant van de aangeklaagde advocaat en de Deken vertegenwoordigt heimelijk de Nederlandse Orde van Advocaten en haar heimelijke eigenbelangen.

U verwijst naar de wettelijke plicht daartoe. En dat sluit aan bij de onfortuinlijke beroepsfout van onze gerespecteerde Tweede Kamer/ons parlement. Geen adequaat toezicht, handhaving en complete tegenspraak voor functionarissen werkzaam bij hogerhand/de overheid = de politiek. Dus niet voor de door u geroemde advocatenorde en de gerespecteerde Deken die ongecontroleerd en niet gesanctioneerd kan doen en laten wat hem en de Nederlandse Orde van Advocaten respectievelijk zijn heimelijke opdrachtgever hogerhand/de overheid = de politiek heimelijk van hem vraagt omdat dat hen goed uitkomt.

Zou hier ook gelden dat ‘wie betaalt bepaalt’? U en de Raad verwijzen dus naar de corrupte, misdadige en criminele Deken(s) als loopjongen van zijn - en uw - heimelijke, interne en wetteloze opdrachtgevers en zijn/uw betaalmeester.

F

Of ‘mogelijk te veel klachten ongegrond worden verklaard’, laat zich moeilijk door de Raden beoordelen.
Allereerst is er het Hof van Discipline om beslissingen van de Raden te controleren.

Dat is vreemd? De Raad ‘bevestigt’ nagenoeg altijd het ‘kennelijk advies’ van de Deken omdat zij de motivatie daarin overneemt die de Deken in zijn onderzoek subjectief heeft verzameld. Dat volgt ook uit de wettelijke bepaling dat de Deken verantwoordelijk en aansprakelijk is voor het doen van het onderzoek. Maar, de Raad zelf is wel verantwoordelijk voor haar uitspraak en haar motivatie daarachter.

Dat geldt ook als de Deken respectievelijk een advocaat op advies van de Deken/de Nederlandse Orde van Advocaten een klacht indient tegen een collega. Hoe vaak de collegae-advocaten en de Deken/Nederlandse Orde van Advocaten een klacht initiëren blijft angstvallig geheim. Die specificaties blijken niet uit de statistieken in de jaarverslagen. Het is interessant om te zien hoe vaak een eigen initiatief van advocaat, Deken of de Nederlandse Orde van Advocaten leidt tot ‘ongegrond/gegrond’?

De ‘voorzittersbeslissing’ is een bewuste en bedoelde keuze van de Raad. Want een voorzittersbeslissing komt per definitie niet bij het Hof van Discipline terecht. Na de uitspraak van de Raad zelf, die volgt na ingesteld verzet tegen de voorzittersbeslissing, eindigt het procederen automatisch. Dat is pas efficiënt procederen voor de Raad. Klager wordt automatisch uitgerangeerd door toedoen van de Raad!

Dat wetenswaardige feitje laat tuchtrechter mr. M.F.J.N. van Osch maar even buiten beschouwing. Juist hierdoor belanden voorzittersbeslissingen heel gemakkelijk in het moeras/bos. De klager leest namelijk in de voorzittersbeslissing een kopie van het ‘kennelijke advies’ van de Deken en de Deken kijkt uitsluitend naar het verweer van de aangeklaagde advocaat en past rechtsweigering tot op het stuk en de motieven van klager. Dat iedereen het nu weet.

Ga er maar vanuit dat het Hof van Discipline niet meer doet en niet beter/anders werkt dan de Raad van Discipline c.q. de Deken en de aangeklaagde advocaat. De motivatie van de Deken is onaanraakbaar en onaantastbaar om de procedure(s) efficiënt en effectief te houden, dat wil zeggen zo kort en eenduidig mogelijk.

G

Maar van nog meer betekenis is dat al jarenlang gemiddeld een derde (35% tot 40%) van de bij de Raden ingediende klachten gegrond wordt verklaard. Dat is een zowel betrekkelijk als absoluut een hoog getal. En betekent dat gemiddeld één op 50 advocaten in Nederland elk jaar een gegrondverklaring van de tuchtklacht tegen zich hoort uitspreken.

Is die 2% hoog te noemen? In de periode 2012-2017 blijkt uit de jaarverslagen van de (landelijke) Raad dat er van de circa 6500 klachten circa 2200 klachten gegrond zijn verklaard, dus circa 4300 ongegrond. Stel dat er 19.000 advocaten zijn eind 2019, zonder enig adequaat toezicht en adequate handhaving van de Advocatenwet en de NOvA-(gedrags) regels, dan komt gemiddeld circa 2% van alle advocaten elk jaar in aanmerking voor een correctie (totaal circa 2200 klachten in 6 jaar gegrond verklaard is per jaar gemiddeld 2% van alle advocaten in Nederland)?

En hoeveel van die correcties zijn dan geïnitieerd door een collega-advocaat en/of de Deken/de Nederlandse Orde van Advocaten? Hoeveel van die ‘collegiale klachten’ worden wel gegrond verklaard? Waarom staat deze analyse niet in de jaarverslagen? Is dit heimelijk actief het versluieren van uw publicatiebeleid om cruciale feiten en omstandigheden te onthouden aan uw publiek? Is dit misleiding, stemmingmakerij en volksverlakkerij of niet?

En laten we eerlijk zijn, terug naar de basis. De Deken en zijn onderzoek zijn niet onpartijdig en niet onafhankelijk en hij staat niet onder adequaat toezicht en adequate handhaving en heeft, tot slot, geen last van maatschappelijk aanvaarde en vereiste professionele individuele zorgplicht, ethiek, moraal, fatsoen en integriteit.

Hoe is dit mogelijk in de Nederlandse parlementaire rechtsstaat? Juist, die parlementaire rechtsstaat staat onder druk van de politieke partijen in de Tweede Kamer/ons parlement. En die staan op hun beurt weer onder zware druk van de lobbycratie. Hoe verklaart Waagmeesters bedrijfsadvies anders het totstandkomen van de ‘dividendcoup’ door onze gerespecteerde voormalige Minister-president M. Rutte?

Maar veel illustratiever is het feit dat uw jaarlijks gepubliceerde klachten niets te maken hebben - en geheel los staan van - de plicht van de Nederlandse Orde van Advocaten, uit hoofde van haar wettelijk toezichthouderschap, om adequaat toezicht en handhaving te realiseren van - in het bijzonder - de stipte toepassing van de Advocatenwet en de NOvA-(gedrags)regels op basis van gedegen onderzoek van elk dossier van elke advocaat sinds zijn aanstelling en/of beëdiging.

Dit wettelijk verplichte en jaarlijkse ‘kwaliteitsonderzoek’ door de Nederlandse Orde van Advocaten van elke advocaat en de gehele advocatuur vindt niet/nooit plaats. De genoemde publicatiezucht van de Raad betreft slechts de klachten van klagers bij de Deken/Raad in hun hoedanigheid van cliënt van de advocaten.

Het betreft echter niet de NOvA bevindingen, uit haar eigen jaarlijkse ‘kwaliteitsonderzoek’ waaruit blijkt hoeveel advocaten zich straffeloos en heimelijk niet altijd en overal aan de Advocatenwet en de NOvA-(gedrags)-regels hielden. En als dat onderzoek door de Nederlandse Orde van Advocaten niet/nooit adequaat plaatsvindt dan verzaakt de Nederlandse Orde van Advocaten haar wettelijke taak schromelijk omdat elke andere Nederlandse toezichthouder daarover wel ‘gedegen en publiekelijk rekenschap en verantwoording’ moet afleggen.

Het negeren c.q. ontbreken van die plicht tot jaarlijkse, continue en grondige dossieronderzoeken door de Nederlandse Orde van Advocaten bij elke advocaat persoonlijk past uiteraard precies in de lijn van de ‘onfortuinlijke beroepsfout’ van onze gerespecteerde Tweede Kamer/ons parlement. Het toppunt van belangenverstrengeling bij hogerhand/de overheid = de politiek is dat die belangenverstrengeling structureel in de organisatie en de gehele (justitie)keten is gelegaliseerd, beschermd en verdedigd, inclusief de rechtspraak en de advocatuur. En dat houdt de Nederlandse Orde van Advocaten angstvallig buiten de publiciteit uit welbegrepen eigenbelang.

De kwaliteit van de advocatuur heeft volgens hogerhand/de overheid = de politiek kennelijk geen adequaat toezichthouder, adequaat toezicht en adequaat handhaver nodig. Dat zou het heimelijke eigenbelang effectueren maar in de weg zitten. Dit ten koste van ten minste elke rechtzoekende burger wel te verstaan.

Dit geschreven hebbende, terug naar de publicaties door de Raad.

Als de Raad alleen die klachten registreert die zij behandelt, dus exclusief die welke bij de advocaat en de Deken binnenkomen maar die niet tot de Raad doordringen, dan ontbreken voor een kwaliteitsoordeel per advocaat en een kwaliteitsoordeel voor de gehele advocatuur de allerbelangrijkste gegevens.

Namelijk die afkomstig van de wettelijk toezichthouder Nederlandse Orde van Advocaten uit haar eigen jaarlijkse, wettelijk verplichte dossieronderzoek per advocaat. Als dat onderzoek nog nooit heeft plaatsgevonden door de wettelijk toezichthouder Nederlandse Orde van Advocaten, en nooit is gepubliceerd door haar, dan blijkt hoe corrupt, misdadig en crimineel de wettelijk toezichthouder Nederlandse Orde van Advocaten zelf is. En hoe corrupt, misdadig en crimineel de ‘onfortuinlijke beroepsfout’ van onze gerespecteerde Tweede Kamer/ons parlement wel is. Dat u het weet.

Het beeld dat tuchtrechter mr. M.F.J.N. van Osch bovenstaand schetst is dus slechts het topje van de ijsberg en is volstrekt misleidend en volksverlakkerij. De Raad stelt vast dat gemiddeld 2% van de advocaten in aanmerking komt voor een correctie en noemt dat ‘betrekkelijk en absoluut een hoog getal’.

Hij laat achterwege dat de kwaliteit van een individuele advocaat en de advocatuur als geheel veel beter in beeld komt op basis van de adequate, wettelijke verplichte, jaarlijkse en grondige dossieronderzoeken van en door de wettelijk toezichthouder Nederlandse Orde van Advocaten. Hij laat door zijn uitspraak ‘betrekkelijk en absoluut een hoog getal’ het allerbelangrijkste beoordelingssysteem volstrekt buiten beschouwing. En houdt daarmee de wettelijk toezichthouder Nederlandse Orde van Advocaten en de advocatuur ‘de hand boven het hoofd’.

Afgrijselijk!

H

Hoewel altijd verbetering van het werk van de tuchtrechters kan plaatsvinden, geeft het daarom blijk van onjuiste gedachten over het tuchtrecht. De raden staan open voor feedback op hun functioneren (en nodigt ook de critici hiertoe uit).
Maar het moet dan wel feitelijk juist zijn. Daar zijn wij allemaal mee gediend.

Dank je de koekoek! Het tuchtrecht voor de advocatuur is onaanraakbaar en onaantastbaar gemaakt door de combinatie van een wettelijk monopolie, macht, ‘eigen regels’/’de 7’ of interne heimelijke wetteloosheid, het geheim van de raadkamer, heimelijke samenspanning, de ‘Eigen vriendenkring Eerst’ en de onfortuinlijke beroepsfout van onze gerespecteerde Tweede Kamer/ons parlement die praktisch uitpakt voor onze advocatuur als ‘A licence to kill’.

Dit alles garandeert dat er niet/nooit enige verbetering komt in het corrupte, misdadige en criminele gedrag van de wetenschappelijk opgeleide, beëdigde en geüniformeerde functionarissen in dienst van hogerhand/de overheid = de politiek. Het presidium van de Tweede Kamer is door WBA op de hoogte gesteld van alle gevolgen die voortvloeien uit het uitblijven van noodwetgeving om de onfortuinlijke beroepsfout te corrigeren.

De Raden van Discipline en de Nederlandse Orde van Advocaten et cetera wisten of konden die gevolgen ook weten en kennen vanuit de correspondentie van Waagmeesters bedrijfsadvies met de Minister-president en zijn ‘adviseurs’/spindoctors.

Zonder ingrijpen ontstaan er nog altijd dagelijks honderden corrupte, misdadige en criminele gerechtelijke uitspraken en honderden corrupte, misdadige en criminele (vaststelling)overeenkomsten afkomstig van advocaten(kantoren). De tuchtrechtuitspraken zijn gestoeld op dezelfde corrupte, misdadige en criminele functionarissen werkzaam bij hogerhand/de overheid = de politiek.

Het volgende overzicht komt uiteraard bekend voor bij velen van u, in het bijzonder tuchtrechter mr. M.F.J.N. van Osch.

Dit zijn de bronnen waarop Waagmeesters bedrijfsadvies haar standpunten baseert:

Dossier-kenmerk:

17-472

Advocaat/Curator:

mr. I. Soetens.

Deken:

mr. J.F.C. Schnitzler.

Voorzitter - RvD:

mr. A.G.M. Zander.

Raad van Discipline:

mr. J.D. Streefkerk.

Plaats - RvD:

's-Hertogenbosch.

Dossier-kenmerk:

17-364

Advocaat/Curator:

mr. B.G. van Twist.

Deken:

mr. O.E. Meijer.

Voorzitter - RvD:

mr. G.A.F.M. Wouters.

Raad van Discipline:

mr. M.P.J.G. Göbbels.

Plaats - RvD:

Den Haag.

Dossier-kenmerk:

17-460

Advocaat/Curator:

mr. drs. R.L.G. Kraaijvanger.

Deken:

mr. T.J. Roest Crollius.

Voorzitter - RvD:

mr. M.F.J.N. van Osch.

Raad van Discipline:

mr. R.A. Steenbergen.

Plaats - RvD:

Arnhem.

Dossier-kenmerk:

17-461

Advocaat/Curator:

mr. T.F. Quaars.

Deken:

mr. T.J. Roest Crollius.

Voorzitter - RvD:

mr. M.F.J.N. van Osch.

Raad van Discipline:

mr. R.A. Steenbergen.

Plaats - RvD:

Arnhem.

Dossier-kenmerk:

18-716

Advocaat/Curator:

mr. A.W. Niesert.

Deken:

mr. P. Hanenberg.

Voorzitter - RvD:

mr. G.A.F.M. Wouters.

Raad van Discipline:

mr. S.M. Krans.

Plaats - RvD:

Den Haag.

Dossier-kenmerk:

K1702019

Advocaat/Curator:

mr. P.J.Ph. Dietz de Loos.

Deken:

mr. A.B. van Rijn - (NOvA).

Voorzitter - RvD:

mr. G.A.F.M. Wouters.

Raad van Discipline:

n.v.t.

Plaats - RvD:

Den Haag.

Dossier-kenmerk:

190225

Advocaat/Curator:

mr. A.B. van Rijn - (NOvA).

Deken:

mr. A.B. van Rijn - (NOvA).

Voorzitter - RvD:

mr. T. Zuidema - (HvD).

Raad van Discipline:

n.v.t.

Plaats - RvD:

Den Haag.

Afkortingen:

 

mr.

- Meester in de rechten.

drs.

- Doctorandus.

RvD

- Raad van Discipline.

HvD

- Hof van Discipline.

NOvA

- Nederlandse Orde van Advocaten.

Dossier-kenmerk:

17-472

Advocaat/Curator:

mr. I. Soetens.

Deken:

mr. J.F.C. Schnitzler.

Voorzitter - RvD:

mr. A.G.M. Zander.

Raad van Discipline:

mr. J.D. Streefkerk.

Plaats - RvD:

's-Hertogenbosch.

Dossier-kenmerk:

17-364

Advocaat/Curator:

mr. B.G. van Twist.

Deken:

mr. O.E. Meijer.

Voorzitter - RvD:

mr. G.A.F.M. Wouters.

Raad van Discipline:

mr. M.P.J.G. Göbbels.

Plaats - RvD:

Den Haag.

Dossier-kenmerk:

17-460

Advocaat/Curator:

mr. drs. R.L.G. Kraaijvanger.

Deken:

mr. T.J. Roest Crollius.

Voorzitter - RvD:

mr. M.F.J.N. van Osch.

Raad van Discipline:

mr. R.A. Steenbergen.

Plaats - RvD:

Arnhem.

Dossier-kenmerk:

17-461

Advocaat/Curator:

mr. T.F. Quaars.

Deken:

mr. T.J. Roest Crollius.

Voorzitter - RvD:

mr. M.F.J.N. van Osch.

Raad van Discipline:

mr. R.A. Steenbergen.

Plaats - RvD:

Arnhem.

Dossier-kenmerk:

18-716

Advocaat/Curator:

mr. A.W. Niesert.

Deken:

mr. P. Hanenberg.

Voorzitter - RvD:

mr. G.A.F.M. Wouters.

Raad van Discipline:

mr. S.M. Krans.

Plaats - RvD:

Den Haag.

Dossier-kenmerk:

K1702019

Advocaat/Curator:

mr. P.J.Ph. Dietz de Loos.

Deken:

mr. A.B. van Rijn - (NOvA).

Voorzitter - RvD:

mr. G.A.F.M. Wouters.

Raad van Discipline:

n.v.t.

Plaats - RvD:

Den Haag.

Dossier-kenmerk:

190225

Advocaat/Curator:

mr. A.B. van Rijn - (NOvA).

Deken:

mr. A.B. van Rijn - (NOvA).

Voorzitter - RvD:

mr. T. Zuidema - (HvD).

Raad van Discipline:

n.v.t.

Plaats - RvD:

Den Haag.

Afkortingen:

 

mr.

- Meester in de rechten.

drs.

- Doctorandus.

RvD

- Raad van Discipline.

HvD

- Hof van Discipline.

NOvA

- Nederlandse Orde van Advocaten.

‘Het moet dan wel feitelijk zijn’ vraagt tuchtrechter mr. M.F.J.N. van Osch.

Hoe komt het dan dat de feiten en omstandigheden die de waarheid of ‘wat er echt allemaal is gebeurd’ vormen in handen van hogerhand/de overheid = de politiek opeens zijn omgevormd tot ‘het juridisch juiste evangelie’ dat - geheel toevallig - goed uitpakt voor het eigenbelang van die ‘omvormers’ in donkere kamers?

- Is de ‘kinderopvangtoeslag fraude’ opzet/grove schuld niet angstaanjagend bij de belastingdienst?

- En het GGD Kennemerland rapport over Tata Steel zo omgevormd dat ‘roken’ de kankersterfte verklaart?

- De geluidsoverlast en stikstofneerslag in rapporten over vliegvelden en wegenaanleg niet gemanipuleerd?

- Is het berekenen van geluidsoverlast rond Schiphol de laatste 40 jaar gunstiger dan het meten ervan?

- Het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum, de bonnetjesaffaire op het Ministerie van Justitie toch een incident?

- Is de ‘dividendcoup’ van voormalig premier M. Rutte geen voorbeeld van omkoping en machtsmisbruik door hem?

De vraag rijst wie het feitelijk moet houden, hogerhand/de overheid = de politiek of de rechtzoekende Nederlandse burger.

Bijlage deel 121:

Pageviews