Jan Scholten: p-18

p-18

Het witwasprogramma van de commerciële advocaten in het burgerlijk recht.

Social media deel 18.

Het witwasprogramma van de commerciële advocaten in het burgerlijk recht.

1
Het witwasprogramma van de commerciële advocaten in het burgerlijk recht.

Commerciële advocaten in het burgerlijk recht kunnen ervoor kiezen om de eigen fouten niet bij de rechter in te brengen. Eigen fouten inbrengen is dan de wettelijk vereiste plicht van de advocaat van de tegenpartij omdat dit vereist is bij procederen op ‘tegenspraak’ om tot een veroordeling door de rechter te kunnen komen.

Eigenlijk een vorm van ‘hoor en wederhoor’ om de rechter adequaat te informeren.Maar als beide advocaten ‘eigen fouten’ weglaten en de fouten van de tegenpartij ook niet inbrengen bij de rechter, dan is sprake van ‘heimelijke samenspanning’ met het doel de rechter bewust onjuist, verkeerd en gemanipuleerd te informeren.

Vaak is het doel van die werkwijze om de eis in de dagvaarding door de rechter in zijn vonnis ongewijzigd over te laten nemen bij gebrek aan verifieerbare betwisting of weerlegging ervan. Dit noemen wij het ‘witwasprogramma’ als onderdeel van het juridisch juiste evangelie van de commerciële advocaten.

Dit is alleen te ontmaskeren door advocaten die deze truc zelf dagelijks toepassen (!) en door buitenstaanders die de forensische historische realiteit van het geschil tot in detail kennen en verifieerbaar kunnen bewijzen.

2

Witwasprogramma ‘mr. I. Soetens en mr. B.G. van Twist’.

Een en ander wordt duidelijk in een citaat uit de casus Nederend cum suis.
Pagina 485 t/m 486 van de klacht van 14 oktober 2016, in het Rabobank Utrechtse Waarden dossier/bewijslast.

Maar echt verbijsterend is het volgende.

A

De Rabobank Utrechtse Waarden / advocaat mr. I. Soetens.

10 februari 2014, dagvaarding namens Rabobank Utrechtse Waarden, gericht aan de heer J.A. Nederend.
Punt 11:

.. op 19 juni 2013 is de kredietrelatie met de Holding met onmiddellijke ingang beëindigd en het openstaande obligo opgeëist, een afschrift, specifiek aan de heer J.A. Nederend gericht, is aan hem overlegd.

B

Advocaat mr. B.G. van Twist / de heer J.A. Nederend.

Reageert niet op het laatste deel van dit punt van de dagvaarding.

C

De beoordeling door de rechter in zijn vonnis.

Reageert niet op het laatste deel van dit punt van de dagvaarding.

D

De kritiek op de Rabobank Utrechtse Waarden / advocaat mr. I. Soetens, mr. B.G. van Twist en op de ‘Beschouwingen’.

De zin ‘een afschrift, specifiek aan de heer J.A. Nederend gericht, is aan hem overlegd.’
Komt nergens aan de orde. En dat is vreemd in het kader van de incasso van een borgtocht!

Wat bedoelt advocaat mr. I. Soetens hiermee?

De rechtbankprocedure gaat over de incasso door de Rabobank Utrechtse Waarden van de borgtocht. Deze zin geeft aan, volgens advocaat mr. I. Soetens, dat de borg de heer Nederend, gelijktijdig met kredietnemer, een aparte brief aan hem gericht heeft ontvangen van de Rabobank Utrechtse Waarden waarin de Rabo UW de borg informeert over de kredietopzegging bij de Holding. Voor dat krediet staat de borg namelijk garant.

De wet schrijft voor dat de borg direct ‘geïnformeerd’ moet worden door de kredietverlenende bank als er een situatie van verhoogd risico voor de borg is ontstaan of dreigt te ontstaan. Verhoogd risico in die zin dat het aanspreken van de borg door de bank realistisch is op korte of langere termijn. Dit is bedoeld om de borg zowel te informeren over het bestaande negatieve risicoverloop als over eventueel te nemen maatregelen door de borg, tevens zijnde de ‘ondernemer’.

De borg, de heer J.A. Nederend, heeft naar zijn beste weten deze brief nooit ontvangen. De Rabobank Utrechtse Waarden deelt nu, op papier, mee zo’n brief wel te hebben verstuurd maar verzuimt onverifieerbaar een kopie ervan in te brengen bij de geding-stukken. Dit ..., gekoppeld aan het feit dat de desbetreffende accountmanager de kredietopzegging niet op het voorgeschreven en inhoudelijke format heeft verricht, en hij de kredietopzegging persoonlijk als accountmanager heeft ondertekend, zou kunnen betekenen dat deze brief toch niet daadwerkelijk is verstuurd.

En dat feit zou heel verstrekkende negatieve gevolgen hebben voor de eisende partij zijnde de Rabobank Utrechtse Waarden in deze incasso-procedure.

Maar waarom betwist advocaat mr. B.G. van Twist deze cruciale vermoedelijk ‘fout’ van de Rabobank Utrechtse Waarden niet onmiddellijk in zijn conclusie van antwoord? En omdat er geen betwisting van deze ‘mededeling’ plaatsvindt neemt de rechter aan dat het geen punt van discussie betreft en negeert hij dit wettelijke vereiste punt, hoewel die cruciaal is voor de rechtmatige incasso van de borgtocht. Advocaat mr. B.G. van Twist heeft door niet in te grijpen/niet te betwisten, de Rabobank Utrechtse Waarden en advocaat mr. I. Soetens een geweldig cadeau bezorgd van circa € 120.000,- en gelijktijdig zijn opdrachtgever ‘de das omgedaan’.

In de klachtenbehandeling door:

1
Commercieel advocaat mr. B.G. van Twist zelf,
2
Deken mr. O.E. Meijer van de Nederlandse Orde van Advocaten te Rotterdam in zijn hoedanigheid van ‘toezichthouder’ (!) en
3
voorzitter mr. G.A.F.M. Wouters van de Raad van Discipline te Den Haag (!).

Wordt dit cruciale onderdeel van de klacht ontkend, verzwegen en genegeerd en blijkt bovendien dat zij - als elkaar hiërarchisch controlerende instanties - hetzelfde inhoudelijke verweer hebben gebruikt als opgesteld door advocaat mr. B.G. van Twist die dit schreef op 3 januari 2017.

Bijlage deel 18:

Pageviews