Jan Scholten: p-26

p-26

Van onderzoeksrechter naar procesmanager.

Social media deel 26.

Van onderzoeksrechter naar procesmanager.

1

Algemeen.

Van een rechtbank of rechter verwacht je een onafhankelijk, objectief, deskundig en zakelijk oordeel over een geschil tussen personen en/of bedrijven. En dat gebaseerd op de wettelijke bepalingen. Eigenlijk verwacht iedereen dat er geen sprake kan zijn van een vooroordeel en/of bevoordeling. Juist ook omdat onze instellingen zoals het Ministerie van Justitie en Veiligheid (MvJV) en beroepsgroep/toezichthouder de Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA) suggereren dat het algemeen en nationaal belang en dat van de partijen met een geschil goed is geregeld in onze wet- en regelgeving.

2

Principekwestie.

Voor grote en kleine geschillen mag het principe van ‘waarheidsvinding’ niet verschillen. Te beginnen met wat er bij elke partij is gebeurd en waarom (de feiten en omstandigheden). Als dat compleet in beeld is leg je dit naast wat de wet in die situaties aangeeft als zijnde juist of verplicht. Het is dan aan de rechter dit te beoordelen en daar een oordeel over te geven, inclusief een corrigerende maatregel en eventueel boete.

3

Verwachtingen.

Het gaat er dus eigenlijk om gedetailleerd en aantoonbaar de geschiedenis (de forensische historische realiteit) rond het conflict compleet, chronologisch en per partij in beeld te brengen. De rest is aan de rechter die gewoon de wet moet toepassen. Dat inventariseren gebeurt op papier en ten behoeve van de rechter, die vooralsnog van niets weet.

4

De clou.

Tot en met het Hof van Discipline zijn het rechter(s) en assisterende commerciële collegae-advocaten die over een klacht oordelen tegen een commerciële advocaat. Dus mensen uit het vak die dagelijks zelf ook de trukendoos opentrekken met ‘heimelijke samenspanning’, eventueel gecombineerd met ontkennen, verzwijgen en negeren van de forensische historische realiteit uit stukken van de verdedigende partij, hebben straffeloos het lot in handen van een klager.

Als het principiële kwesties betreft die beter geheim zijn en moeten blijven, zoals het ‘heimelijk samenspannen’ en geen ‘adequaat toezicht houden op de beroepsgroep/toezichthouder’ dan is het een reële optie het commerciële belang en daarmee het verdienmodel van de commerciële advocatuur straffeloos ongeschonden te laten en te houden zoals het is.

Dat is ook het achterliggende belang van het grote(re), commerciële en financieel/economisch sterkere bedrijfsleven zoals de opdrachtgevers van diezelfde commerciële advocaten.

In de gemoderniseerde rechtspraak is de rechter geen onderzoeker meer maar een procesmanager en levert de commerciële advocaat bij de rechter in wat hem goed uitkomt en laat weg wat hem schaadt. De ‘papieren waarheid’ heeft plaats gemaakt voor de forensische historische realiteit.

De ‘papieren waarheid’ is veel beter te manipuleren dan een onderzoekende rechter.

5

En het Ministerie van Justitie en Veiligheid/Openbaar Ministerie?

Zij wist en kon weten van deze ‘heimelijke samenspanning’, het ontbreken van adequaat toezicht en de gevolgen daarvan voor het grote(re) bedrijfsleven. Maar zij deed en doet er niets aan. Zij houdt straffeloos haar mond over wat zich achter gesloten deuren en in donkere kamers afspeelt, waar die zich ook bevinden. Het hemd is nader dan de rok.

Dat blijkt ook uit haar ‘geheime aflegmaatregel’.

Als de rechtbank een commercieel advocaat benoemt tot curator dan zal elke klacht tegen de curator door de rechter-commissaris en alle latere hogere klachtenbehandelaars worden afgewezen en terecht komen onderin een la.

Hiermee voorkomt het Ministerie van Justitie en Veiligheid/Openbaar Ministerie schadeclaims tegen zichzelf en biedt het de curator vrij baan om te doen en te laten wat hij wil.

Bijlage deel 26:

Pageviews