Jan Scholten: p-64

p-64

De brief met pleitnota aan de Raad van Discipline in Den Haag.

Social media deel 64.

De brief met pleitnota aan de Raad van Discipline in Den Haag.

Pleitnota tegen advocaat/curator mr. A.W. Niesert.

Onderstaand treft u een kopie aan van een gedeelte uit de brief met de pleitnota van de heer A.R. de Zeeuw tegen advocaat/curator mr. A.W. Niesert. Tegen advocaat Niesert is een (tucht)klacht ingediend die door hem, de Deken van de Nederlandse Orde van Advocaten en de Raad van Discipline in Den Haag ongemotiveerd, stelselmatig en structureel wordt weggeschreven en weggeredeneerd door de complete verifieerbare inhoudelijke tegenspraak te ontkennen, verzwijgen en negeren.

De brief bevat een overzicht van de oorzaken die verstoring van de ‘complete verifieerbare inhoudelijke tegenspraak’ in beeld brengt. Dit verklaart de honderdduizenden corrupte, misdadige en criminele gerechtelijke uitspraken ontstaan door straffeloos corrupt, misdadig en crimineel gedrag begaan door advocaten en curatoren. Het aantal corrupte, misdadige en criminele (vaststelling)overeenkomsten dat gecreëerd wordt door hen ‘buiten rechte’ in minstens even hoog.

De complete brief aan de Raad van Discipline in Den Haag is opgenomen in de brief van 4 januari 2019 aan voormalig minister-president Mark Rutte.

Raad van Discipline

Postbus 85491

2508 CD DEN HAAG

E-mail: griffiedenhaag@raadvandiscipline.nl

Datum: 3 januari 2019.

Behandeld door: A.R. de Zeeuw.

Kenmerk: pleitnota tegen mr. A.W. Niesert van A.R. de Zeeuw.

Uw kenmerk: 18-716/DH/RO van 19 november 2018.

Geachte Raad van Discipline,

Voorzitter van de Raad van Discipline te Den Haag, mr. G.A.F.M. Wouters, heeft op 7 november 2018 de (tucht)klacht, gedateerd 4 september 2018 en afkomstig is van mij, de heer A.R. de Zeeuw’ en die is gericht tegen advocaat/curator mr. A.W. Niesert, gedeeltelijk niet ontvankelijk en gedeeltelijk kennelijk ongegrond verklaard.

Ik was het niet eens met de bevindingen van deze voorzitter van de Raad van Discipline en stelde een verzetschrift in bij diezelfde Raad van Discipline te Den Haag, gedateerd 12 november 2018.

Onderstaand treft u de verantwoording aan van mijn pleitnota en de pleitnota zelf.

1
De inhoud van de klacht van 12 april jongstleden, mijn repliek van 21 mei jongstleden., de (tucht)klacht van 4 september 2018 en het verzetschrift van 12 november 2018, inclusief bijbehorende bijlagen, blijven ongewijzigd van kracht en zijn hier integraal herhaald en opgenomen.
2
Het niet ingaan door rechter Wouters op de vragen in de (tucht)klacht over het onwettig en onrechtmatig optreden als onbevoegd en onbekwaam advocaat en curator door de heer Niesert sinds zijn aantreden als advocaat is namelijk een onherstelbare smet op het huidige functioneren van de advocatuur in het algemeen, zowel in als buiten rechte, als op de (tucht)rechtspraak zoals toegepast in onderhavige zaak.
3
De Raad van Discipline heeft bewust de benodigde hoorzitting vijf maanden opgeschort als onderdeel van haar vertragingstactiek en als bewijs voor haar onvermogen inhoudelijk en verifieerbaar de (tucht)klacht te weerleggen en advocaat Niesert te schrappen van het tableau.
4
De Raad van Discipline heeft bewust en ongemotiveerd voorkomen dat het Hof van Discipline kennisneemt van deze (tucht)klacht met bijlagen om zo de klacht zo snel mogelijk in de heimelijke nationale criminele doofpot te kunnen stoppen.
5

Geen enkele advocaat in Nederland wil actief, adequaat, periodiek grondig onderzoek door de wettelijk toezichthouder in al zijn dossiers sinds zijn aanstelling, gericht op overtredingen door hem van de Advocatenwet, de NOvA-(gedrags)regels en de maatschappelijk aanvaarde zorgplicht, ethiek, moraal, fatsoen en integriteit.

Dat heeft namelijk de volgende voordelen:

A
Instandhouding van de informele macht die de advocaat beschermt tegen klachten en aangiften door slachtoffers van zijn ‘heimelijke samenspanning’ met collegae.
B
Instandhouding van zijn verdienmodel op basis van ‘heimelijke samenspanning’.
C
Instandhouding van gerechtelijke uitspraken en (vaststelling)overeenkomsten die politici, bestuurders en het gegoede bedrijfsleven welgevallig zijn.

Mijn advocaat’ zou nooit uit eigenbelang schriftelijk namens mij willen en kunnen inbrengen wat ik heb ingebracht bij u. Mijn advocaat is immers ‘meester’ over zijn teksten, ik over de mijne.

Een dief verraadt zijn collegae niet, gelet op de zware adequate sancties daarop.

Bijlage deel 64:

Pageviews