Wetenschappers zijn geen criminelen en criminelen zijn geen wetenschappers?
Waagmeesters blogbericht.
Wetenschappers zijn geen criminelen en criminelen zijn geen wetenschappers.
De rol van de Orde van Advocaten (OvA) in Nederland bij het burgerlijk recht.
Wil je als advocaat optreden in Nederland dan ben je verplicht om lid te zijn van de Nederlandse Orde van Advocaten. De Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA) is hun beroepsgroep. Die onderhoudt de contacten (lees: lobby) met het Ministerie van Veiligheid en Justitie en de politiek. Voor haar leden heeft zij een reglement, maakt verordeningen en ziet toe op naleving van gedragsregels. Ook heeft zij de taak het ‘toezicht’ uit te oefenen op de leden.
Bijna alles is gedoogd, wat je niet (onder)zoekt bestaat niet en heeft niet bestaan.
Nu leert de ervaring dat de advocaten geen last hebben van onderlinge competitie of concurrentie onder hun wettelijk monopolie. Onderlinge bejegening is verboden. Elkaar bekritiseren en afvallen is niet toegestaan. Heimelijk samenspannen met een collega, die de wederpartij vertegenwoordigt, is aan hen niet besteed. De opdrachtgever niet of niet compleet informeren over de censuur uit eigenbelang die plaatsvindt in de communicatie en stukken van de advocaat is dagelijks aan de orde. De rechter niet de historische realiteit noch de fouten van de eigen opdrachtgever overleggen is dé standaard.
Wat niet weet wat niet deert. Je kunt het toch proberen?
Strijdigheid van de (NOvA)-regels en de taakuitoefening met de EU-regels en de vereisten uit het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens zijn niet relevant. Het is onmogelijk van een advocaat een objectief beeld van zijn kwaliteiten of disfunctioneren in de uitoefening van zijn beroep vast te stellen, laat staan advocaten onderling kwalitatief te vergelijken. Het wettelijk toezicht betreft het registreren van klachten en de behandeling ervan door collega’s. Dus geen periodiek onafhankelijk diepgaand onderzoek van alle dossiers en details van de gevolgde werkwijze noch controle op de eigen verboden en geboden. Geen klachten, dan functioneert de advocaat goed.
Heimelijke samenspanning.
De Nederlandse Orde van Advocaten zelf is ook geen onderwerp van onafhankelijk toezicht, onderzoek of maatschappelijk vereiste controle op toepassing van ethiek, moraal, fatsoen en integriteit. Hierdoor hebben de advocaten in de praktijk alle vrijheid om commercieel te zijn. Dat houdt in dat zij heimelijke samenspanning optimaal toepassen. Daarvan is sprake als een advocaat, al of niet in samenspraak met de advocaat van de tegenpartij, en onopvallend, zich bewust niet voor 100% inzet voor zijn opdrachtgever en daarmee en daardoor zijn eigen belang dient en indirect het belang van de tegenpartij.
Hierdoor krijgt bijvoorbeeld de rechter in een procedure geen compleet en juist beeld van de historische realiteit in de kwestie. Het gevolg daarvan kan zijn een gemanipuleerde rechter en een ‘misdadig’ vonnis. Met name gewichtige grotere partijen krijgen zo het gelijk aan hun kant dankzij het geheime voorwerk van hun advocaten.
Regering en parlement bestrijden deze criminele organisaties en dit crimineel gedrag niet omdat het niet bestaat en niet heeft bestaan. Dat de wetgeving en de regels van de Nederlandse Orde van Advocaten dit mogelijk maken en gedogen betekent steun voor het verdienmodel van zowel de advocatuur als de gevestigde orde. Maar met waarheidsvinding heeft het niets meer te maken.
Wat zijn de effecten van de NOvA-regels voor de maatschappij en de opdrachtgever(s) van de advocaat?
Uitwerking effecten ‘in het algemeen’ van de NOvA-regels voor de Nederlandse maatschappij en de opdrachtgever(s) van de advocaat in het burgerlijk recht/ondernemingen?
Het betreft met name hier het monopolie en het reglement/de gedragsregels van de Nederlandse Orde van Advocaten.
De vraag luidt:
kan en mag de beroepsgroep Nederlandse Orde van Advocaten met haar regels de directe en indirecte belangen van de opdrachtgever van de advocaat nadelig beïnvloeden zonder dat die advocaat schadeplichtig daarvoor is tegenover opdrachtgever?
Maar het is niet alleen de vraag wat de Nederlandse Orde van Advocaten c.q. toezichthouder zegt te doen, belangrijker is het wat zij in de praktijk niet (actief) doet.
Wat doet de Nederlandse Orde van Advocaten actief?
Kortom: bijna alles is gedoogd, wat je niet (onder)zoekt bestaat niet en heeft niet bestaan.
De Nederlandse Orde van Advocaten organisatie nader beschouwd.
De beroepsgroep voor de advocatuur is anno 2016 een gilde, te vergelijken met een gilde uit de middeleeuwen. Juridisch gezien is zij gebaseerd op wetgeving voor de advocatuur, heeft zij een wettelijk monopolie en stelt zij zelf regels op, zoals een reglement, verordeningen en gedragsregels voor haar leden/advocaten. De Tweede en Eerste Kamer der Staten Generaal legaliseren dus haar positie en functie in onze maatschappij!
Het ontbreekt aan een extern onafhankelijk toezicht op de Nederlandse Orde van Advocaten. Het toezicht en naleving van de gedragsregels is intern. Terwijl de overheid zich er voor ingespannen heeft het beroepsgroep gesegmenteerde tuchtrecht op te nemen in het civiel recht is de advocatuur, door haar sterke lobby, hier niet in meegenomen. De Nederlandse Orde van Advocaten spreekt eigen recht en kan daarmee dissidente leden dwingen zich aan de regels te houden dan wel uit de orde stoten.
De eigen (gedrags)regels van de Nederlandse Orde van Advocaten geven aan wie tot de familie van de advocatuur behoort en wie niet. De opdrachtgever van de advocaat behoort niet tot de familie van de advocatuur. Uiteraard ook een derde niet. Deze regels geven aan wat ‘niet familieleden/buitenstaanders’ van de advocatuur mogen verwachten, waaronder dus de opdrachtgevers van de advocaat.
Belangrijker voor de ‘niet familieleden/buitenstaanders’ is wat deze regels niet aangeven.
De gevolgen.
Het gevolg van deze ‘heimelijke samenspanning’ is dat procederen (de advocaten tonen over en weer de fouten van de tegenpartij aan ten overstaan van de rechter) geen ‘open strijd’ is en geen historisch juist beeld geeft van het verleden in de kwestie. Een studie van het procesrecht suggereert iets heel anders! Maar dat procederen wel een kostbaar en zenuwslopend ‘schijngevecht’ is, waarin een verhouding van welwillendheid en vertrouwen tussen de advocaten voorop staat en de inhoud (het juridisch juiste evangelie van beide advocaten) vooraf zichtbaar weerspiegelt welke partij in het gelijk wordt gesteld. De advocaten kunnen en mogen dus vooraf onderling bepalen wie in het gelijk wordt gesteld.
De advocaten zijn - op basis van de huidige wet- en regelgeving - verworden tot veilingmeesters in een streng beveiligde donkere kamer van het Paleis van Justitie om het hoogste heimelijke bod te verzilveren in naam van de ‘gewichtigste’ partij. Voor u, over u en ook zonder u. De zakelijkheid van de historische realiteit heeft plaatsgemaakt voor de subjectiviteit van ‘taalkundig en juridisch gewichtheffen achter de schermen en bij de rechter achter gesloten deuren’.
Heeft u wel eens een advocaat, die in het ongelijk is gesteld door de rechter, uitgebreid horen verklaren en toelichten waarom hij niet in het gelijk is gesteld door de rechter? Zo ja, dan is de welwillende en vertrouwde verklaring geweest dat aan elke procedure ‘procesrisico’ kleeft, ook aan de uwe. In een procedure tot hoger beroep kan dat zeker rechtgezet worden! Maar uw advocaat vertelt u niet alles, zeker heeft hij het niet over de ‘inhoudelijke contacten en heimelijke afspraken’ die hij maakte met de advocaat van de tegenpartij. Wat niet weet, wat niet deert! En mochten er vragen komen dan kan het altijd nog ontkend, verzwegen en genegeerd worden.
En intussen hebben twee schoorstenen goed gerookt waarvan er slechts één uiteindelijk witte rook gaf. Het oogmerk van de advocaten is omzet en als het kan reputatie (lees: betrouwbaarheid) bij financieel sterke opdrachtgevers. Dat staat geheel los van het doel dat de financieel zwakke opdrachtgever voor ogen heeft. Hij vertrouwt op de rechter en gelooft in de advocaat. Maar rechter en advocaat werken anders dan hij denkt.
Maatschappelijk en wettelijk vereist toezicht.
Alle ‘heimelijkheden’ die voor en tijdens procederen een rol spelen komen uiteraard aan het licht als de toezichthouder op de advocatuur, die met deze heimelijke praktijken bekend is, de onderzoeksresultaten publiekelijk bekend maakt in zijn jaarverslag. Dat is ten minste een maatschappelijk vereiste indien de advocatuur vergelijkbaar is te stellen aan de maatschappelijke rol van organisaties als het bankwezen, de accountantswereld et cetera. Het toezicht op de advocatuur is tenslotte ook bij wet geregeld. Maar niets is minder waar, het wettelijk toezicht is in handen van de beroepsorganisatie Nederlandse Orde van Advocaten zelf. En dat wettelijk toezicht is gebaseerd op de ontvangen klachten en de afhandeling daarvan voor zover het de ‘opdrachtgevers’ betreft. Dus niet op eigen actief integraal onderzoek door de Nederlandse Orde van Advocaten naar de praktijkuitoefening en de dossieronderzoeken van individuele leden/advocaten en hun kantoren.
Dat de slager zijn eigen vlees keurt is al enige tijd geleden wettelijk verboden. Dat de beroepsorganisatie Nederlandse Orde van Advocaten zelf regels maakt, en die niet grondig controleert en handhaaft, geeft kennelijk aan dat zij het niet nuttig, wenselijk en noodzakelijk acht dit zorgvuldig en maatschappelijk verantwoord te doen. Dit is uiteraard niet in het maatschappelijk belang of in het belang van de opdrachtgever(s), maar wel een feit. Dit voorkomt ook veel vragen en uitleg achteraf aan de niet ‘niet familieleden/buitenstaanders’ die misschien wel opdrachtgever van de advocatuur waren.
Doorgestoken kaart.
Het is niet uitgesloten dat met de E-boeken 1 en 3, en de informatie uit deze notitie, een deel van het ‘verdienmodel’ van de gevestigde orde is blootgelegd en in beeld is gebracht. Dat verdienmodel was een complex en omvangrijk ‘taalkundig’ vraagstuk. Dat kon alleen worden opgelost door achteraf, en aan de hand van een reeks van vonnissen, regel voor regel de wet- en regelgeving en de werkwijze van de advocatuur en de rechtspraak te ontcijferen.
Voor de kenners is de Nederlandse rechtspraak, voor wat betreft procederen in het burgerlijk recht, een ‘donkere kamer’ in het Paleis van Justitie met georganiseerde en systematische toepassing door advocaten van de ‘doorgestoken kaart’ op basis van voorkennis. Met rampzalige gevolgen voor hen die niet ‘in het gelijk’ werden of worden gesteld. De stilte op de publicatie van E-boek 3 en de daarop volgende notitie/brief zou dit beeld kunnen bevestigen.
De genoemde E-boeken vindt u op de hoofdpagina onder het kopje Literatuur.
Het antwoord op de vraag (punt 1).
In de ‘darkroom’ vindt omvorming plaats van de historische realiteit via ‘juridisch juist’ naar de nieuwe realiteit die dan vonnis heet.
De advocatuur vormt door ‘heimelijke samenspanning’ een criminele organisatie op basis van wat de Nederlandse wetgever voorschrijft en gedoogt. Advocaat zijn is een vak apart en dat beroep is niet voor iedereen toegankelijk zoals een goed gilde beoogt. Niet geremd door maatschappelijk vereiste normen en waarden als ethiek, moraal, fatsoen en integriteit hebben de advocaten in de praktijk alle vrijheid om ‘commercieel’ te zijn. En dat houdt in dat zij ‘heimelijke samenspanning’ optimaal toepassen.
Regering en parlement bestrijden deze criminele organisaties en dit crimineel gedrag niet omdat het niet bestaat en niet heeft bestaan.
Maatschappelijk verantwoord regeringsbeleid.
In de E-boeken 1 en 3 staan de nadelige gevolgen van deze NOvA-regels voor opdrachtgevers uitvoerig beschreven en waar nodig financieel becijferd. Dit sluit aan bij - en leidt tot - het voornoemde tien punten overzicht.
Het doel van dit tien punten overzicht luidt als volgt.
J.G. Scholten Waagmeesters Bedrijfsadvies
Kenmerk: Wat zijn de effecten van de NOvA-regels voor de maatschappij en de opdrachtgever(s) van de advocaat?