Jan Scholten: De Nederlandse Orde van Advocaten

De Nederlandse Orde van Advocaten

De Nederlandse Orde van Advocaten (NOVA).

Waagmeesters blogbericht.

De Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA).

Op dit moment van schrijven zijn er in Nederland circa 18.000 advocaten actief. Er zijn er in loondienst bij grotere en grote bedrijven, in loondienst bij advocatenkantoren maar velen zijn zelfstandig ondernemer al of niet in een samenwerkingsverband. Want hun vakgebied vraagt specialisatie om alle ontwikkelingen bij te kunnen houden. Van belang is dat zij werken in bepaalde rechtsgebieden zoals burgerlijk recht, strafrecht, bestuursrecht, etc. en daarbinnen zich specialiseren op bepaalde vakgebieden zoals bijvoorbeeld familierecht, ondernemingsrecht of echtscheidingsrecht.

Een advocaat is afgestudeerd in het Nederlands recht, daarna beëdigd en is lid geworden van de Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA). De advocatuur heeft het wettelijk monopolie in rechtspraak hoger dan die van de kantonrechter. Hun beroepsorganisatie, de Nederlandse Orde van Advocaten, is een ijzersterke lobby in de politiek zoals die in Den Haag thans bedreven wordt. Onlangs voorkwamen zij dat er een extern toezichthouder zou komen op hun sector. Dat toezicht is nu in eigen hand, het bleef zoals het altijd was. In Nederland zijn tevens Engelse en Amerikaanse advocatenkantoren gevestigd, met name in en rond Amsterdam. Fusies en overnames onder de grotere en grote bedrijven zijn hun specialiteit.

Een advocaat komt in het burgerlijk recht/ondernemingen aan een cliënt als die een onopgelost geschil heeft met een derde. Nadat de cliënt het zelf niet kon oplossen, werd de specialistische hulp van de advocaat ingeroepen. De cliënt is dan opdrachtgever, de advocaat opdrachtnemer. Een belangrijk gegeven want de opdrachtgever is wettelijk verantwoordelijk en aansprakelijk voor het doen en laten van de opdrachtnemer.

De advocaat onderzoekt de situatie en maakt een inschatting van de kansen om het gelijk aan hun zijde te krijgen op basis van de wet of de jurisprudentie (soortgelijke situaties met een uitspraak). Uitgangspunt is dat een rechter dat uiteindelijk ook doet en een oordeel uitspreekt op basis van het feit dat zijn vonnis ‘juridisch juist’ is. Juridisch juist in die zin dat het op grond van de wet of jurisprudentie een verdedigbaar standpunt inhoudt.

De advocaat zal vervolgens eerst contact zoeken met de tegenpartij of diens advocaat. Doel is er onderhands, dus zonder de rechter, uit te komen. Dat lukt in heel veel gevallen en dit mondt dan uit in een oplossing voor het geschil vastgelegd in een overeenkomst. Daarin is afgesproken wat het geschil is, wat de partijen wensen af te spreken als oplossing van het geschil en vervolgens hoe zij het financieel of materieel afwerken en binnen welke periode dat moet. Een uitkomst dus zonder de toets van de rechter. Komen zij er niet uit, dan gaat een van de partijen naar de rechter en daagt de andere partij uit met een dagvaarding.

De rechtbank laat namens de eisende partij de gedaagde partij informeren dat zij een dagvaarding moet beantwoorden en anders wordt veroordeeld in de eis. De gedaagde partij antwoordt vaak schriftelijk waarna de rechter veelal een bijeenkomst organiseert om beide partijen te horen en aan het woord te laten. Daarna volgt een uitspraak van de rechter, een vonnis, dat rechtskracht heeft.

Tijdens dit procederen verdedigt elke advocaat zijn opdrachtgever zo goed en zo kwaad als het kan. Uiteindelijk draait het om het controleerbaar kunnen bewijzen van standpunten ten behoeve van de rechter. De advocaten bepalen wanneer de rechter welke stukken krijgt en welke niet. De rechter kan niets afdwingen en is afhankelijk van wat de beide advocaten willen en kunnen doen. Omdat een advocaat niet hoeft mee te werken aan de veroordeling van zijn opdrachtgever is dit de basis van een ‘spel’ waar de advocaten zelf de regie over hebben en houden. Maar niets doen kan ook in hun nadeel werken.

Hieruit komt ook naar voren dat niet alleen het belang van de partijen een rol speelt. Ja, een commercieel advocaat is ambitieus en gevoelig voor zijn reputatie, zeker als het ook een groter kantoor betreft en een opdrachtgever van naam en faam. Ook de leeftijd, kennis en ervaring / reputatie van de advocaat speelt een zekere rol. De advocaat heeft een eigen belang bij de zaak en wil winnen.

De twee belanghebbende advocaten kunnen overwegen om heimelijk een afspraak te maken. In de rechtsregels en volgens het reglement van de Nederlandse Orde van Advocaten mag het niet maar de advocaten kunnen onderling, en al of niet na overleg met hun gewichtige opdrachtgever, een tactiek afspreken waardoor de rechter niet alle en/of niet de juiste informatie ontvangt. Niet de historische realiteit beschikbaar stellen maar een ‘juridisch juist’ beeld schetsen van de situatie bij de rechter.

En de dienst van vandaag is een wederdienst voor morgen waard. Geen haan die er naar kraait. En de wet- en regelgeving staan dit nota bene toe omdat de rechter ‘bewust’ geen actieve onderzoekstaak heeft en partijen ‘bewust’ niet hoeven mee te werken aan hun eigen veroordeling.

Het gevolg is dat de rechter, in dit soort situaties en al of niet bewust, een uitspraak doet over beschikbare informatie die vooraf selectief is aangereikt met doel het beeld van de rechter te manipuleren van historische realiteit naar ‘juridisch juist’.

Waarom de wet- en regelgeving niet verplicht tot het presenteren van alleen de historische realiteit aan de rechter is niet duidelijk. Dat zou de rechtspraak een stuk rechtvaardiger, eenvoudiger en goedkoper kunnen maken.

Over het gedrag van de advocaten nog het volgende. Op grond van de NOvA-regels mogen zij geen competitie plegen noch met elkaar concurreren. Ook mogen zij elkaar niet ‘onheus bejegenen’. Zij zullen elkaar dus nooit ‘afvallen’ of elkaar tot verantwoording roepen. Dat heeft vergaande gevolgen voor hun functioneren en hun gedrag als er sprake is van achteraf vastgestelde discutabele situaties of gedragingen.

Tot slot is een curator altijd een advocaat. Een rechtbank benoemt een advocaat tot curator in een faillissement. Dat is een vreemde situatie want als door een curator fouten worden gemaakt is de opdrachtgever, in dit geval de rechtbank (het Openbaar Ministerie) verantwoordelijk en aansprakelijk daarvoor. Dat zou wel eens de verklaring kunnen zijn voor het feit dat curatoren, in de ogen van de rechtbank, nooit fouten maken.

Bijlage:

Pageviews